📥 Preposiciones de lugar

Español

Neerlandés

  • a (lugar)
  • (+ gaan) naar • aan • (voy a Amsterdam) ik ga naar Amsterdam • (nunca voy al restaurante) ik ga nooit naar een restaurant • (a la ciudad) naar de stad • (viven a este lado del río) zij wonen aan deze zijde van de rivier
  • a lo largo de
  • (tiempo) door • (el cristianismo ~ las épocas) het Christendom door de eeuwen heen • (!!GT: 'throughout the year') het hele jaar door • (espacio) langs
  • a través de
  • door
  • alrededor de (lugar)
  • om
  • ante (prep)
  • --
  • bajo (prep)
  • --
  • cerca de
  • --
  • de (origen)
  • uit • (una religión de Oriente Medio) een godsdienst uit het Midden-Oosten • (v.'minuto')
  • debajo de
  • --
  • delante de
  • --
  • dentro de
  • (espac) binnen • (tiempo) over
  • desde
  • sinds • (desde que tiene un buen empleo) sinds ze een goede baan heeft • (¿desde cuándo ha estado estudiando Jorge el portugués?) sinds wanneer is Jorge Portugees aan het leren? • (ha sido infeliz desde que murió su gato) ze is ongelukkig sinds haar kat gestorven is
  • detrás de
  • achter
  • en (lugar…)
  • in • (en la provincia de Gelderland) in de provincie Gelderland • (en Australia) in Australië • (en la esquina de la calle) op de hoek van de straat • (en la oficina) op kantoor • (en la calle) op straat • (en el baño) in bad • (en la casa) in huis • (vivo en la calle mayor) ik woon in de Hoofdstraat • (v.'vivir') • (en la universidad) aan de universiteit • (plazas) op (ej: op de Grote Markt) • (un empleo en un banco) een baan bij een bank • (soy maestro en una escuela secundaria en Amsterdam) ik ben leraar op een middelbare school in Amsterdam
  • en casa de
  • bij X
  • en medio de
  • --
  • encima de (v.tb.'por encima de')
  • op
  • enfrente de
  • tegenover
  • entre
  • tussen (X en Y) • (entre los 12 y los 15) tussen de 12 en de 15
  • fuera de
  • --
  • hacia
  • (mov) naar
  • hasta (v.tb.'hasta luego'; tb 'hasta pronto')
  • tot • (hasta mañana) tot morgen
  • junto a
  • --
  • lejos de
  • --
  • por encima de
  • --
  • sobre (prep, encima de)
  • (encima de) op • over • (relativo a) betreffende, met betrekking tot • (acerca de) over
  • tras
  • --